Niemand kijkt meer op van windmolens op het land en op zee, maar dit is niet de enige manier om energie op te wekken. Ook vliegers en kites wekken stroom op. En meer dan verwacht. Met alle uitdagingen waar we voor staan, hebben we alle hernieuwbare energiebronnen nodig om ervoor te zorgen dat we in 2050 CO2 neutraal zijn.
Bij het het woord windenergie komen windmolens waarschijnlijk het eerst naar boven. En dat is ook niet zo gek. Rijdt u door de polder dan staan ze overal. Net als in de Noordzee. Op 1 januari 2021 stonden er in Nederland 2.610 windmolens met een totaal vermogen van 6.719 megawatt (MW) en dat worden er steeds meer. Een paar dagen geleden maakte het kabinet namelijk haar plannen bekend voor verdere groei van windenergie op zee. Het plan is om in 2040 zo’n 50 gigawatt aan windvermogen op te wekken. In 2030 moet dit ongeveer 21 gigawatt zijn. Dat is zo’n 75% van het huidige elektriciteitsverbruik van heel Nederland.
Windturbines hebben veel voordelen, maar ook wat nadelen. De turbines zijn zwaar, hebben hoge productiekosten, zorgen voor geluidsoverlast en tasten – volgens sommigen – het uitzicht aan. Daarom zijn veel mensen vast blij met een alternatief: vliegers en kites. Ook deze kunnen stroom opwekken en zijn tegelijkertijd minder belastend voor het milieu.
Deze vliegers kunnen windturbines niet vervangen, maar ze zorgen wel voor een aanvulling. Het bedrijf Kitepower ontwikkelt een alternatief voor traditionele windenergie door kites te gebruiken om elektriciteit op te wekken. Kitepower werd in 2016 opgericht. In 2007 had een onderzoeksteam van de TU Delft, onder leiding van Wubbo Ockels, al bewezen dat het systeem werkte.
De vliegende windturbines – powerkites – zijn een goedkope manier om energie op te wekken. Ze hebben geen zware wieken, maar werken met lichte kabels en een doek als vlieger. Hierdoor worden materialen (90% in vergelijking met een windmolen of -turbine), ruimte en geld bespaard. Hoe hoger in de lucht, hoe sneller de windsnelheid. Zelfs op locaties met weinig wind kan de vlieger toch energie opwekken.
De powerkite kan op land en zee gebruikt worden en gaat zo’n 400 meter de hoogte in en zit vast met een kabel aan een generator. Onderaan de vlieger hangen sensoren en een robot. Hiermee is vanaf de grond de trekkracht en positie van de vlieger te regelen. De trekkracht van de vlieger in de wind drijft een generator aan, die de elektriciteit produceert. De powerkite wekt in de juiste omstandigheden zo’n 200 kilowatt op.
De vlieger kan hoger komen dan een turbine, maar heeft wel meer ruimte nodig in de breedte. De vlieger heeft namelijk een oppervlakte tussen de 60 en 100 m2. Als u de opbrengst vergelijkt met die van een windturbine van zo’n 100 meter hoog, is dat wel iets minder. De windturbine heeft namelijk een gemiddeld vermogen van 1 megawatt (1000 kilowatt).
Daarbij richten ze zich vooral op het opwekken van elektriciteit in afgelegen gebieden, die tijdelijke stroomvoorzieningen nodig hebben, bijvoorbeeld na een natuurramp.
Wat denkt u? Heeft deze innovatie de toekomst? Wilt u meedoen in deze ontwikkeling dan kunt u nog een week investeren in de crowdfunding campagne.
Auteur van het waterlelieschilderij: Licio Passon www.liciopasson.it
© All rights reserved